Wat betekent comune in Italiaans?
Wat is de betekenis van het woord comune in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van comune in Italiaans.
Het woord comune in Italiaans betekent gemeenschappelijk, gemeenschaps-, collectief, gezamenlijk, algemeen aanvaard, commune, leefgemeenschap, gemeente, gezamenlijk, gedeeld, gemeenschappelijk, onderling, gemeentebestuur, alledaags, normaal, gangbaar, gewoon, alledaags, stad, gemeente, ordinair, veel voorkomend, frequent, gedeeld, gemeenschappelijk, doorsnee, gewoon, gedeeld, algemeen, openbaar, publiek, gezamenlijk, gemeenschappelijk, verenigd, gewoon, gangbaar, alledaags, gemeentehuis, stadhuis, algemeen, dagelijks, gewoon, normaal, lompen-, vertrouwd, veelvoorkomend, onbeduidend, onbenullig, gewoon, normaal, standaard, typerend, normaal, populair, cliché, banaliteit, tegeltjeswijsheid, iets gemeen hebben, gewone man, brasem, muur, hoornbloem, matroos, huisvlieg, doornappel, langhuis, algemeen aanvaarde betekenis, algemeen welzijn, algemene consensus, algemene overeenkomst, algemene overtuiging, massagraf, weinig gemeen hebben, weinig gemeenschappelijk hebben, niets gemeenschappelijk hebben, niets gemeen hebben, dingen gemeen hebben, dingen gemeenschappelijk hebben, gezamenlijk optreden, opvallend, markant, pot, algemeen bekend, gemeenschappelijk kenmerk, straattaal, gewone mensen, gemeenschappelijk bezit, delen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord comune
gemeenschappelijkaggettivo Qualcuno ha rubato tutte le merende dalla scorta comune dell'ufficio. |
gemeenschaps-aggettivo (in samenstellingen) Il giardino pubblico è situato dietro alla biblioteca. |
collectief, gezamenlijkaggettivo La nostra opinione comune è che ci serve un nuovo leader. |
algemeen aanvaard
Il comune buon senso suggerisce che questo è il giusto modo di agire. |
commune, leefgemeenschapsostantivo femminile (comunità) Dopo aver abbandonato la scuola andai a vivere in una comune. |
gemeente(centro urbano) |
gezamenlijk, gedeeldaggettivo Le nostre case dividono uno steccato comune. |
gemeenschappelijk, onderlingaggettivo Dan e Karen sono stati presentati da un amico comune. |
gemeentebestuur(ente amministrativo) Il comune ha iniziato a perseguire i tossicodipendenti. |
alledaags, normaal, gangbaar
Non c'è cura per il comune raffreddore. |
gewoon, alledaagsaggettivo Conosce i nomi latini e i nomi comuni di tutte le erbe che usa. |
stad, gemeentesostantivo maschile Il paese è stato riconosciuto come comune dal 1842. |
ordinairaggettivo La polizia mi ha trattato come un comune criminale. |
veel voorkomend, frequentaggettivo Il crimine è un evento comune nelle grandi città. |
gedeeld, gemeenschappelijkaggettivo L'auto è una proprietà condivisa (or: comune) di Glenn e Dan. Ogni affittuario ha la sua camera da letto e l'uso della cucina, del bagno e del salotto comuni. |
doorsnee, gewoon
Joe si riteneva un ragazzo comune. |
gedeeldaggettivo Linda ed Emily sono diventate amiche grazie alla loro passione condivisa per la salsa. |
algemeen, openbaar, publiekaggettivo Il governo lavora per il bene comune. |
gezamenlijk, gemeenschappelijk, verenigdaggettivo Dan e Sarah gestivano in comune il club. |
gewoonaggettivo Questa tazza è fatta di banale plastica. |
gangbaaraggettivo È un'opinione abbastanza comune in questa parte del mondo. |
alledaagsaggettivo È una comune scatola di attrezzi, niente di speciale. |
gemeentehuis, stadhuis(sede dell'amministrazione locale) L'FBI ha avviato un'indagine per corruzione nella sede del municipio. |
algemeen
L'opinione generale è che ha fatto un grosso errore. |
dagelijks
Gli incidenti stradali su questa strada sono un evento quotidiano. |
gewoon, normaal
|
lompen-aggettivo (in samenst., marxisme) |
vertrouwd, veelvoorkomend
La pressa per l'aglio è un oggetto domestico di uso comune. |
onbeduidend, onbenullig
Jason non ricordava quella ragazza così banale, sebbene l'avesse già incontrata diverse volte. |
gewoon, normaal, standaard
È un martello normale, niente di speciale. |
typerend, normaal
A Natale un regalo comune che ricevono le donne dai fidanzati è il profumo. |
populairaggettivo Il modello di quest'anno è una macchina molto diffusa. |
cliché
|
banaliteit
|
tegeltjeswijsheid
|
iets gemeen hebbenavverbio La mia migliore amica ed io riusciamo ad andare così d'accordo perché abbiamo parecchie cose in comune. |
gewone mansostantivo maschile (Gran Bretagna) Il principe scioccò tutti sposando una cittadina comune. |
brasemsostantivo maschile (pesce) (dierkunde) Le abramidi comuni sono un pesce famoso tra i pescatori. |
muur, hoornbloemsostantivo maschile (tipo di pianta) (plantenkunde) |
matroossostantivo maschile |
huisvliegsostantivo femminile (dierkunde) |
doornappelsostantivo maschile (plantkunde) |
langhuissostantivo femminile (type huis) |
algemeen aanvaarde betekenis
|
algemeen welzijnsostantivo maschile Essere onesti gli uni con gli altri è per il bene comune. |
algemene consensus, algemene overeenkomstsostantivo femminile Gli scienziati sono dell'opinione comune che il Big Bang sia avvenuto 17 miliardi di anni fa. |
algemene overtuigingsostantivo femminile Contrariamente all'opinione comune, i pinguini non vivono soltanto in condizioni di freddo estremo. |
massagrafsostantivo femminile Molte vittime dell'Olocausto furono sepolte in fosse comuni. |
weinig gemeen hebben, weinig gemeenschappelijk hebbenverbo transitivo o transitivo pronominale I ricchi hanno poco in comune con i poveri. De rijken hebben weinig gemeenschappelijk met de armen. |
niets gemeenschappelijk hebben, niets gemeen hebbenverbo transitivo o transitivo pronominale A prima vista sembra che lei non abbia niente in comune con il suo ragazzo. Op het eerste zicht heeft ze niets gemeeschappelijk met haar vriendje. |
dingen gemeen hebben, dingen gemeenschappelijk hebbenverbo transitivo o transitivo pronominale Fortunatamente vanno d'accordo perché hanno molte cose in comune- Gelukkig komen ze goed overeen aangezien ze zoveel dingen gemeen hebben. |
gezamenlijk optredenverbo transitivo o transitivo pronominale (collaborare) Il sindacato ha fatto causa comune con il governo per evitare che la fabbrica fosse delocalizzata. |
opvallend, markant
Emma lavora a tempo pieno e studia per la laurea magistrale: è eccezionale. |
pot
Tutti hanno dovuto donare venti dollari per la cassa comune. |
algemeen bekendsostantivo maschile Il fatto che usiamo solo una piccola porzione del nostro cervello è un luogo comune. |
gemeenschappelijk kenmerksostantivo femminile |
straattaal
Erba e maria sono nomi da strada molto comuni per la marijuana. |
gewone mensensostantivo femminile |
gemeenschappelijk bezit(della collettività) Gli abitanti di una comune credono nella comproprietà delle cose. |
delenverbo transitivo o transitivo pronominale Tutti nel gruppo dovrebbero mettere le proprie risorse in comune. |
Laten we Italiaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van comune in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.
Verwante woorden van comune
Geüpdatete woorden van Italiaans
Ken je iets van Italiaans
Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.