Wat betekent intero in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord intero in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van intero in Italiaans.

Het woord intero in Italiaans betekent heel, geheel, ongebroken, heel, geheel, heel, geheel, geheel, heel, heel, geheel, geheel, geheel, heel, heel, geheel, volledig, heel, geheel, volledig, heel, ononderbroken, heel, geheel, heel, geheel, volledig, geheel getal, volledig, totaal, absoluut, over de hele …, door de hele winkel verspreid, in de hele winkel aanwezig, in zijn geheel, assortiment, badpak, volle melk, door de hele winkel, in de hele winkel. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord intero

heel, geheel

aggettivo

Ho mangiato tutto l'hamburger.

ongebroken

aggettivo

Il vaso era integro anche se Sophie l'aveva fatto cadere per sbaglio.

heel, geheel

aggettivo

Abbiamo pagato l'importo totale.

heel, geheel

aggettivo

Mia madre ha dato a me l'intero servizio di terrecotte invece di dividerlo tra me e mia sorella.

geheel

Alla cerimonia ci sarà l'intera azienda.

heel

aggettivo

Anche se questa scatola cade per terra, le uova che ci sono dentro resteranno tutte intere, senza una singola crepa.

heel

aggettivo (tutto, completo)

Ha aspettato un'intera settimana prima di dire no.

geheel

aggettivo (matematica: numero) (getal)

3,14 non è un numero intero, 3 invece lo è.

geheel

aggettivo (aritmetica) (rekenkunde)

Il solo suggerimento per il problema di matematica era che la risposta era un numero intero.

geheel, heel

aggettivo

heel, geheel, volledig

aggettivo

Non si trattava solo di qualche libro, si trattava di un'intera biblioteca.

heel, geheel, volledig

(completo di tutte le parti)

Abbiamo lo scheletro integro di quel dinosauro.

heel, ononderbroken

aggettivo

La giornalista ha fatto bene le sue ricerche e l'articolo è basato su fatti documentabili.

heel, geheel

Ha mangiato tutta la mela.

heel, geheel, volledig

Tutto il pubblico si è alzato ad applaudire.

geheel getal

sostantivo maschile (matematica) (wiskunde)

I numeri interi non includono decimali o frazioni.

volledig, totaal, absoluut

C'era un caos totale a causa dello sciopero dei mezzi di trasporto.

over de hele …

aggettivo

In tutta la città c'è il divieto di annaffiare i prati per risparmiare acqua.

door de hele winkel verspreid, in de hele winkel aanwezig

locuzione aggettivale

in zijn geheel

Hij heeft het boek tijdens de reis in zijn geheel gelezen.

assortiment

sostantivo maschile (di merce)

Hanno comprato un intero lotto a un prezzo molto buono.

badpak

sostantivo maschile (donna, da bagno)

volle melk

sostantivo maschile

Il latte intero fa ingrassare molto di più di quello scremato.

door de hele winkel, in de hele winkel

locuzione avverbiale

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van intero in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.