Wat betekent medlem in Zweeds?
Wat is de betekenis van het woord medlem in Zweeds? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van medlem in Zweeds.
Het woord medlem in Zweeds betekent lid, lid, deel, geregistreerd lid, insider, lid, lid, Dochter, bendelid, comitélid, comitélid, picknicker, blanke burgerlijke traditionele Amerikaan, niet aangesloten bij een vakbond, niet-lid, gemeenteraadslid in New England, in de Verenigde Staten, medeoprichter, betalend lid, gerespecteerd lid, lid van de Balie, overtekenen, overboeken, lid worden van, evangelist, lid worden van, toegevoegd, lid geworden van de maffia, broeder, aspirant-lid. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord medlem
lid
|
lid, deel
|
geregistreerd lid
|
insider(anglicisme) |
lid
Han är medlem i Dental Academy. |
lid
|
Dochter(figuurlijk) |
bendelid
|
comitélid(man, kvinna) |
comitélid(man, kvinna) (vrouwelijk) |
picknicker
|
blanke burgerlijke traditionele Amerikaan(White Anglo-Saxon Protestant, förk.) |
niet aangesloten bij een vakbond
|
niet-lid(omskrivning) |
gemeenteraadslid in New England, in de Verenigde Staten
|
medeoprichter
|
betalend lid
|
gerespecteerd lid
|
lid van de Balie(juridisch) |
overtekenen, overboeken
|
lid worden van(vardagligt) Hon gick med i schackklubben. |
evangelist
|
lid worden van(yrke) Anton började som golvarbetare, men slutade som VD. |
toegevoegd(medelposition) |
lid geworden van de maffia
|
broeder
|
aspirant-lid
|
Laten we Zweeds leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van medlem in Zweeds, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Zweeds.
Geüpdatete woorden van Zweeds
Ken je iets van Zweeds
Zweeds (Svenska) is een Noord-Germaanse taal, die als moedertaal wordt gesproken door 10,5 miljoen mensen die voornamelijk in Zweden en delen van Finland wonen. Zweedstaligen kunnen Noors en Deens verstaan. Zweeds is nauw verwant aan Deens en Noors, en meestal kan iedereen die een van beide verstaat, Zweeds begrijpen.